Paragrafen

Paragraaf B. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

2. Weerstandsvermogen

Het beleid gaat uit van een weerstandsratio van minimaal 1,0. Dat wil zeggen dat de berekende risico’s in ieder geval zijn afgedekt door de aanwezige weerstandscapaciteit (vermogensbuffer). Hiermee sluiten we aan bij de adviezen van de provinciale toezichthouder. Daarnaast is een minimumgrens van € 12 mln. (10% van de jaarexploitatie) als streefwaarde voor de weerstandscapaciteit vastgesteld.

Stand ultimo

2021

2022

2023

2024

2025

(bedragen x € 1.000)

Algemene reserve

9.212

9.212

9.212

9.212

9.212

Risicoreserve grondbedrijf

5.920

7.159

6.768

6.377

5.989

Niet benutte deel belastingcapaciteit

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

Weerstandscapaciteit

15.132

16.371

15.980

15.589

15.201

Algemene risico's

5.982

6.189

5.413

5.764

5.657

Risico's grondbedrijf

995

1.013

1.025

1.045

1.050

Risico's

6.977

7.202

6.438

6.809

6.707

Vrije ruimte

8.155

9.168

9.542

8.779

8.494

- Algemeen

3.230

3.022

3.799

3.447

3.555

- Grondbedrijf

4.925

6.146

5.743

5.332

4.939

Weerstandsvermogen

2,17

2,27

2,48

2,29

2,27

Vrije ruimte: verschil tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s.

Weerstandsvermogen: netto weerstandscapaciteit/risico’s.

Het totale weerstandsvermogen neemt in de planperiode toe van 2,17 naar 2,27 en blijft daarmee  ruim boven de minimale grens van 1,0. De weerstandscapaciteit blijft gedurende de gehele planperiode boven de minimale streefwaarde van € 12 mln. De vrije ruimte neemt tot 2023 nog toe tot 9,5 mln. maar daalt daarna weer tot € 8,5 mln. in 2025.

Deze pagina is gebouwd op 11/09/2021 14:39:41 met de export van 11/09/2021 13:25:15